Lissabon

Woensdag 6 maart

Gisteren hebben we afscheid genomen van het mooie Porto Covo en zijn we naar Cascais gereden. Het is een stadje ten westen van Lissabon en vandaag stappen we om 8 uur in de bus voor onze eerste excursie naar de hoofdstad van Portugal. Het is niet heel ver rijden, maar zoals bij elke grote stad doen we er door de files bijna anderhalf uur over om bij onze eerste stop te komen. Dat is de toren van Belem, een fort dat ligt aan de oever van de Taag. De toren werd gebouwd in het begin van de zestiende eeuw door een architect, die ook verschillende forten in Marokko had gebouwd. De invloed van de Moorse kunst is dan ook duidelijk zichtbaar. Oorspronkelijk waren er twee torens. Zij werden gebouwd als toegangspoort tot Lissabon, maar ook als verdedigingssysteem tegen eventuele invasies vanaf de Taag. Helaas is er een toren bij de grote aardbeving van 1755 verwoest. Op de toren zijn decoraties aangebracht van touwwerk, heraldische motieven en zelfs een neushoorn, een dier dat nooit eerder in Europa was afgebeeld.

We stappen weer in de bus en rijden naar het klooster van Jéronimos. De bouw van dit enorme klooster is te danken aan koning D Manuel l die het aan de orde van de monniken van Sint Jeronimus schonk. Aan dit klooster kun je zien over welke enorme financiële middelen de Portugese kroon in die tijd beschikte. Het stamt dus uit de 16^e eeuw en vooral de gevel, de kloostergangen en de kerk zijn bijzonder. Alle delen zijn apart te bezoeken. Wij beperken ons tot een bezoek aan de kerk, waarvoor we in een grote rij moeten wachten tot we naar binnen kunnen. We doen dit nadat we koffie hebben gedronken in de Fabrica waar de enige echte pastéis de Belém te koop zijn. Deze kleine gebakjes worden warm gegeten en zijn geflambeerd met kaneel en rietsuiker. Je kunt ze overal in Portugal onder de naam pastéis de nata kopen, maar zij vinden zijn oorsprong hier en worden op deze plek sinds 1837 gemaakt. We horen dat er hier dagelijks 20.000 stuks over de toonbank gaan. En ze zijn overheerlijk!

De kerk bij het klooster is gebouwd in Manuelijnse stijl, een Portugese variant van de gotische stijl. Het 25 meter hoge gewelf wordt ondersteund door 6 slanke kolommen. Ze zijn erg mooi versierd, waardoor het lijkt dat het allemaal niet heel zwaar is. Het is bouwkundig een meesterwerk. Het heeft de zware aardbeving van 1755 zonder schade doorstaan. De ontdekkingsreiziger Vasco da Gama ligt hier begraven. Deze kerk werd gebouwd ter ere van hem. Hij en zijn bemanning zouden de laatste nacht voor zijn ontdekkingsreis naar Indië hebben doorgebracht op de plek waar nu de kerk en het klooster staan.

De orde van Jeronimus was bijzonder wijdverbreid in Spanje en Portugal en bewoonde het klooster tot 1834.

Na de lunch hebben we met oude t-fordseen vintage toer door de oude wijken van de stad. We stoppen een aantal keren bij mooie uitzichtpunten, waaronder het hoogste uitzichtpunt van Lissabon waar je prachtig uitziet over de stad. We bezoeken de Igreja de São Roque. Deze kerk dateert uit de zestiende eeuw en is een van de belangrijkste kerken van de stad. Hij werd gebouwd door de jezuïeten en was de hoofdkerk van de orde. Aan de buitenkant ziet hij er sober uit maar de binnenkant is prachtig! Mooie kapellen in diverse stijlen rijkelijk versierd met bladgoud. Na dit bezoek rijden we terug naar het plein waar de bus die ons weer terug naar de camping in Cascais brengt al op ons wacht. Het was een mooie eerste dag in Lissabon.