Boedapest

Maandag 16 mei
Om 10 uur vertrekken we uiteraard als laatsten van de groep van de camping in Kaumberg richting Hongarije. Het is 2e Pinksterdag en daardoor heerlijk rustig op de weg. Zonder problemen rijden we de rondweg om Wenen, passeren het vliegveld en bereiken na ca. 100 kilometer de Hongaarse grens. Na het aanschaffen van het benodigde tolvignet rijden we Hongarije binnen. Het is hier bijna zo vlak als in Nederland. We schieten dan ook lekker op. Na 154 km. verlaten we de snelweg en rijden we een ommetje van 75 km. door het Hongaarse binnenland. Het is een gebied waar je goed kan fietsen en waar uitstekende fietspaden zijn. We passeren slaperige dorpjes en bij het stadje Tatanbánya (bij ons Feyenoorders uiteraard welbekend door de onnavolgbare Joseph Kiprich) rijden we voor het laatste deel van de rit de snelweg weer op. Om half vier arriveren we op camping Fortuna, niet ver van Boedapest. Een leuke gewoonte bij deze ANB groepsreis is dat er na een reisdag altijd “happy hour” is met een hapje en een drankje, verzorgd door de begeleidende echtparen. Om zo even de reiservaringen van de dag met elkaar te delen. Erg gezellig!
Dinsdag staat de bus om negen uur op de camping gereed om ons samen met Cilla, onze Duitstalige gids voor vandaag, naar Boedapest te brengen. Het is niet ver en we krijgen allereerst weer een rondrit met de bus langs de belangrijkste bezienswaardigheden. De stad ligt aan de Donau en bestaat uit twee delen: het heuvelachtige Boeda aan de rechteroever en het redelijk vlakke Pest aan de linkeroever. De twee stadsdelen zijn door negen bruggen met elkaar verbonden. Onze eerste stop is in Boeda op de Gellertheuvel bij de Citadel, waar ook het reusachtige vrijheidsbeeld staat. De centrale figuur van het monument is een vrouw met een palmboom in haar hand. De gids vertelt dat dit standbeeld in 1945 is opgetrokken, na de bevrijding door de Russen Het heeft na de val van het communisme een nieuw opschrift gekregen: Voor de mensen die zich opofferden voor de onafhankelijkheid, vrijheid en succes van Hongarije. Je hebt hier prachtig uitzicht over de stad. Na een half uurtje vertrekken we naar het Heldenplein waar het Millennium monument staat. Hier werden in de tijd van het communisme de grote militaire parades gehouden. Het plein werd in 1896 aangelegd en de bouw van het monument duurde van 1896 tot 1922. In het midden op een 45 meter hoge zuil staat de aartsengel Gabriel, schutspatroon van Hongarije, die een patriarchaal kruis en de Stefanskroon, beiden in goud, vasthoudt. Deze zuil wordt aan beide zijden geflankeerd door een zuilengalerij. De oorspronkelijke beelden van 14 vroegere koningen tijdens de Hongaarse Volksrepubliek vervangen door Hongaarse figuren. Dit monument is het enige dat nog in de stad herinnert aan het communisme. Alle andere beelden zijn verwijderd en staan net als in Litouwen in een park bij elkaar.
Na de heerlijke lunch in een heel gezellig restaurantje op de burchtheuvel in Boeda lopen we naar het plein waar de mooiste kerk van de stad staat, de neogotische Matthiaskerk, een prachtige kerk met een kleurrijk keramieken dak. Hij werd in 1255 gebouwd. Tijdens de Turkse bezetting deed de kerk dienst als moskee. Bij de bevrijding van Hongarije in 1945 werd de kerk praktisch geheel verwoest, maar door de franciscaner monniken in barokke stijl herbouwd. We bezoeken daarna het Vissersbastion. Dit bastion is net als de Matthiaskerk gebouwd op de burchtheuvel en telt zeven fraaie torens die allemaal over de rivier de Donau en het stadsdeel Pest uitkijken. Om drie uur brengt de bus ons naar de Markthallen die vlakbij de autovrije winkelstraten zijn. Hier kunnen we tot vijf uur zelf rondkijken. De markthallen bestaan uit kleine kramen met veel vlees, salami, kruiden, groente en fruit, drank lekkers en souvenirs. Erg leuk om daar een poosje rond te kijken. Vervolgens wandelen we door de winkelstraten en langs de Donau naar één van de negen bruggen. Om vijf uur rijden we weer moe van alle indrukken terug naar de camping.